dcsimg
» Animals » » Moss Animals »

Crisidia cornuta (Linnaeus 1758)

Description

provided by World Register of Marine Species
Kolonie tot 15 mm hoog, vaak een dicht bosje. Internoden bestaan uit één zoïde. Op die zoïde staat ofwel de rest van de tak met iets hoger, aan de andere zijde een gebogen lange stekel, onderverdeeld door verbindingen, ofwel ontspringen er twee takjes op die zoïde en dan geen stekel. Fertiele internoden bestaan uit één gonozoïde, peervormig en vrij groeiend met aan zijn basis twee takjes. Zoïden horenvormig met ronde distaal gerichte opening. Polypide met 9 tentakels. Gonozoïdenopening eindstandig op een buisje, naar voor en naar boven gericht.
license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
bibliographic citation
De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Maitland, R.S. (1851). Fauna Belgii septentrionalis: systematische beschrijving der dieren, welke in Noord Nederland of aan deszelfs kusten voorkomen met bijvoeging derzelver synonymen, benevens der plaatsen waar dezelve gevonden zijn, gerangschikt naar Prof. J. van der Hoeven's Handboek der Dierkunde (2de uitgave). C.G. van der Hoek: Leyden, Nederland. XII, XXXVIII, 234p. De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Loppens, K. (1906). Bryozoaires marins et fluviatiles de la Belgique. Annales de la Société Royale Zoologique et Malacologique de Belgique 41: 286-321. Lacourt, A.W. (1949). Bryozoa of the Netherlands. <em>Archives Néerlandaises de Zoologie.</em> 8(3): 1-33. De Blauwe, H. (2005). Bryozoa op wieren en plastic uit de herfstvloedlijn van het najaar 2004. De Strandvlo 25(1): 14-16.
contributor
De Blauwe, Hans [email]

Distribution

provided by World Register of Marine Species
In de collectie van het KBIN is een kolonie aanwezig op Flustra foliacea gedregd bij de Westhinderbank (51°24’N 2°28’O) op 21 juli 1904. Loppens (1906) noemt deze soort zeldzaam op wieren en schelpen. Maitland (1851) meldt deze soort van Walcheren op aangespoelde wieren en mosdiertjes, Lacourt (1949) vond kolonies op aangespoelde kurk in het ‘Rijksmuseum van Natuurlijke Historie’ in Leiden, verzameld in Noordwijk, Scheveningen en Terschelling. Spoelt in België zelden aan op riemwiervoetjes (De Blauwe, 2005).
license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
bibliographic citation
De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Maitland, R.S. (1851). Fauna Belgii septentrionalis: systematische beschrijving der dieren, welke in Noord Nederland of aan deszelfs kusten voorkomen met bijvoeging derzelver synonymen, benevens der plaatsen waar dezelve gevonden zijn, gerangschikt naar Prof. J. van der Hoeven's Handboek der Dierkunde (2de uitgave). C.G. van der Hoek: Leyden, Nederland. XII, XXXVIII, 234p. De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Loppens, K. (1906). Bryozoaires marins et fluviatiles de la Belgique. Annales de la Société Royale Zoologique et Malacologique de Belgique 41: 286-321. Lacourt, A.W. (1949). Bryozoa of the Netherlands. <em>Archives Néerlandaises de Zoologie.</em> 8(3): 1-33. De Blauwe, H. (2005). Bryozoa op wieren en plastic uit de herfstvloedlijn van het najaar 2004. De Strandvlo 25(1): 14-16.
contributor
De Blauwe, Hans [email]