dcsimg

Distribution

provided by World Register of Marine Species
Loppens (1906) vond deze soort tamelijk zeldzaam op hydroïden en wieren, voornamelijk op Halidrys siliquosa. Uit Nederland gemeld van Scheveningen op aangespoelde wieren (Maitland, 1851). Aangespoeld langs de Belgische kust op plastic in Zeebrugge in december 1999 en op een visnet in Oostende in november 2000.
license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
bibliographic citation
Muller, Y. (2004). Faune et flore du littoral du Nord, du Pas-de-Calais et de la Belgique: inventaire. [Coastal fauna and flora of the Nord, Pas-de-Calais and Belgium: inventory]. <em>Commission Régionale de Biologie Région Nord Pas-de-Calais: France.</em> 307 pp. De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Maitland, R.S. (1851). Fauna Belgii septentrionalis: systematische beschrijving der dieren, welke in Noord Nederland of aan deszelfs kusten voorkomen met bijvoeging derzelver synonymen, benevens der plaatsen waar dezelve gevonden zijn, gerangschikt naar Prof. J. van der Hoeven's Handboek der Dierkunde (2de uitgave). C.G. van der Hoek: Leyden, Nederland. XII, XXXVIII, 234p. De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Loppens, K. (1906). Bryozoaires marins et fluviatiles de la Belgique. Annales de la Société Royale Zoologique et Malacologique de Belgique 41: 286-321.
contributor
De Blauwe, Hans [email]

description

provided by World Register of Marine Species
Vormt stijve, verspreid groeiende, lichtbruine kluwens, tot 4 cm diameter. Takjes stevig, cilindrisch, dichotoom vertakkend, elke internode is een enkele kenozoïde. Zoïdengroepjes bestaan uit 5 tot 8 paren. Zoïden dicht opeen in dubbele, kamvormige rijen op de distale helft van elke internode, net voor de vertakking. Zoïden cilindrisch, afgeknot en met eindstandige opening. Polypide met 8 tentakels. Volgroeide zoïden zijn even lang, aan de groeipunten nemen de zoïden in lengte af naar het einde van de internode toe, waardoor de zoïdengroepjes daar een driehoekige vorm hebben. Internode typisch 2 mm lang.
license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
bibliographic citation
Muller, Y. (2004). Faune et flore du littoral du Nord, du Pas-de-Calais et de la Belgique: inventaire. [Coastal fauna and flora of the Nord, Pas-de-Calais and Belgium: inventory]. <em>Commission Régionale de Biologie Région Nord Pas-de-Calais: France.</em> 307 pp. De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Maitland, R.S. (1851). Fauna Belgii septentrionalis: systematische beschrijving der dieren, welke in Noord Nederland of aan deszelfs kusten voorkomen met bijvoeging derzelver synonymen, benevens der plaatsen waar dezelve gevonden zijn, gerangschikt naar Prof. J. van der Hoeven's Handboek der Dierkunde (2de uitgave). C.G. van der Hoek: Leyden, Nederland. XII, XXXVIII, 234p. De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Loppens, K. (1906). Bryozoaires marins et fluviatiles de la Belgique. Annales de la Société Royale Zoologique et Malacologique de Belgique 41: 286-321.
contributor
De Blauwe, Hans [email]