Hippoporina pertusa (Esper 1796)

Roodoranje korsten. Zoïden 0,6 tot 0,7 mm lang. Frontaal oppervlak plat of iets convex, fijn gekorreld en doorschijnend. Oudere zoïden worden ruwer, dicht bezet met poriën die elk in een ondiep putje liggen. Proximaal van de opening kan een kruisvormig bultje liggen. Opening breder dan lang. De scharnierpunten geven de indruk dat er proximaal een brede ondiepe sinus ligt. Geen stekels. Geen avicularia. Broedkamers regelmatig geperforeerd. Ancestrula frontaal met een ovaal membraan, omrand door ongeveer 7 stekels. Proximaal onder het membraan ligt een kalklaagje.

Gulf of St. Lawrence (unspecified region), lower North shore, middle North Shore (from Sept- Iles to Cape Whittle, including the Cape Breton Channel), northern Gaspe waters; Southern Gaspe waters (Baie des Chaleurs, Gaspe Bay to American, Orphan and Bradelle banks; eastern boundary: Eastern Bradelle Valley)

In 1904 en 1906 is een kolonie verzameld op de Vlaamse Banken. In 2004-2005 werden 4 kolonies verzameld bij de Westhinderbank. Alle kolonies waren overleden voor de vondst. Een kolonie op een aangespoeld voorwerp werd verzameld in september 2001 (De Blauwe, 2003a). In Nederland op Schouwen (Lacourt, 1949), zonder vermelding of het om aangespoeld materiaal gaat.

infralittoral and circalittoral of the Gulf and estuary