dcsimg
Image of Cellaria salicornioides Lamouroux 1816
» Animals » » Moss Animals »

Cellaria salicornioides Lamouroux 1816

Description

provided by World Register of Marine Species
De tengerste van de drie Cellaria soorten opgenomen in De Blauwe (2009). Vormt een verspreid bosje tot 5 cm hoog. Internoden 5 tot 10 mm lang, cilindrisch, soms verdikt tot knotsvormig waar fertiele zoïden voorkomen. Internoden 0,2 tot 0,5 mm breed met 2 tot 5 longitudinale zoïdenrijen. Zoïden alternerend ingeplant. Opeenvolgende zoïden niet in contact met elkaar. Deze rangschikking wordt echter niet gevolgd waar de internode verdikt is. Zoïden zeshoekig tot ovaal, soms haast rechthoekig waar de internode op zijn wijdst is. Opesia in het distale derde deel van het frontale oppervlak. Halfcirkelvormig met een rechte of licht convexe proximale rand, met een kort tandje bij elke hoek. Operculum lichtbruin met een korrelig oppervlak en een opvallende marginale verdikking. Avicularia tussen twee zoïden en zo groot als een zoïde, niet algemeen. Een vergrote chitineuze mandibel staat op een half bolvormig verkalkt rostrum, onder schuine hoek met het frontale oppervlak. De ronde opening van de broedkamer ligt distaal van de opesia, bij oudere zoïden is ze dwars ovaal ten gevolge van verdere verkalking.
license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
bibliographic citation
De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Maitland, R.S. (1851). Fauna Belgii septentrionalis: systematische beschrijving der dieren, welke in Noord Nederland of aan deszelfs kusten voorkomen met bijvoeging derzelver synonymen, benevens der plaatsen waar dezelve gevonden zijn, gerangschikt naar Prof. J. van der Hoeven's Handboek der Dierkunde (2de uitgave). C.G. van der Hoek: Leyden, Nederland. XII, XXXVIII, 234p. De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Lacourt, A.W. (1949). Bryozoa of the Netherlands. <em>Archives Néerlandaises de Zoologie.</em> 8(3): 1-33. De Blauwe, H. (2003). Aanvoer van zuidelijke soorten aan de Belgische kust in september 2001. De Strandvlo 23(1): 5-8.
contributor
De Blauwe, Hans [email]

Distribution

provided by World Register of Marine Species
In België enkel bekend van fragmentjes die kleefden aan recent aangespoeld plastic (De Blauwe, 2003a). Deze fragmentjes zijn bijna zeker van buiten het gebied aangevoerd. Ook in subfossiel gruis van Oostende zijn dergelijke fragmentjes aangetroffen. Welke soort Lacourt (1949) bedoelt met Cellaria salicornis (Pallas) vermeld van Katwijk-Zandvoort in Maitland (1851), is onbekend.
license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
bibliographic citation
De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Maitland, R.S. (1851). Fauna Belgii septentrionalis: systematische beschrijving der dieren, welke in Noord Nederland of aan deszelfs kusten voorkomen met bijvoeging derzelver synonymen, benevens der plaatsen waar dezelve gevonden zijn, gerangschikt naar Prof. J. van der Hoeven's Handboek der Dierkunde (2de uitgave). C.G. van der Hoek: Leyden, Nederland. XII, XXXVIII, 234p. De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. <em>Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende.</em> 464. Lacourt, A.W. (1949). Bryozoa of the Netherlands. <em>Archives Néerlandaises de Zoologie.</em> 8(3): 1-33. De Blauwe, H. (2003). Aanvoer van zuidelijke soorten aan de Belgische kust in september 2001. De Strandvlo 23(1): 5-8.
contributor
De Blauwe, Hans [email]