Puellina nana Reverter-Gil & Fernandez-Pulpeiro 2007

Vormt een heel kleine korst. Zoïden ovaal. 7 of 8 costae, waarvan het distale paar een hoge suborale peristoom vormt. De bovenrand van dit peristoom vertoont een aantal driehoekige spitsen. Het volgende paar costae heeft ook een opgerichte bovenrand met spitsen, doch veel minder hoog. 4 intercostale poriën. Opening D-vormig met 6 distale orale stekels, 4 ingeval er een broedkamer is. De stekels vertonen aan de basis aan orale zijde een randje van knobbeltjes of stekeltjes, een kenmerk dat bij sommige andere Puellina’s ook wel voorkomt. In het veldje tussen de D-vormige opening en de suborale peristoom ligt in elke laterale hoek een grote suborale holte, waaruit bij levend verzameld, ongereinigd materiaal een lange papil steekt. De functie van die papillen is onbekend. Tussen beide suborale holtes kan nog een even grote holte een centrale positie innemen, maar ze kan ook door verkalking van de randen onderverdeeld zijn in 2 of 3 kleinere holten. Broedkamer rustend op het substraat, glad met een mediale richel. Kenozoïden en avicularia niet gemeld. Ancestrula ovaal met frontaal membraan, omringd

Beschreven in 1996 aan de hand van een beschadigde kolonie, verzameld in Ria de Ferrol (Noord-Spanje). In 2005 zijn 4 kolonies verzameld op de Westhinderbank, waarvan minstens 1 levend.